Live like a local?

In 2015 stelde de Utrechtse gemeenteraad het plan ‘Live like a local – Perspectief Toerisme 2020’ vast. Daarmee koos Utrecht ervoor om niet in te zetten op grootschalig toerisme, maar op toerisme dat past bij het karakter van de stad, gefocust op erfgoed, cultuur, zakelijke evenementen en de fiets. Het idee was dat Utrecht niet overspoeld zou worden door toeristen, maar dat de toerist zich net als een ‘local’ gewoon op de fiets, in de sloep of wandelend door de stad zou begeven. Kleinschaligheid, kortom. Daarbij werd als uitgangspunt genoemd dat een gezonde manier van wonen en verblijven, werken en recreëren centraal zou staan.

Vier jaar later was B&W tevreden. Onderzoeken toonden, aldus B&W, aan dat het toerisme in Utrecht paste bij de omvang van de stad. Daarnaast sloot het profiel van de toeristische bezoeker aan bij het aanbod van de stad. De uitgangspunten in ‘Live like a local’ waren in de ogen van het college nog steeds de juiste.

Wel erkende B&W dat een deel van de bewoners ‘een gevoel van drukte in de stad’ ervoer. Een deel van de bewoners in de binnenstad had problemen met overlast: geluidsoverlast, zwerfvuil, drukte door bevoorrading, wildplassen en stank. (Raadsbrief van 15 mei 2019)

Het Spoorwegmuseum is een belangrijke Utrechtse toeristische attractie.

Hoe past dat bij het idee van kleinschaligheid?

Niet zo best als we zien dat het Spoorwegmuseum met een terrein dat ontwikkeld is voor 210.000 bezoekers nu al op 430.000 bezoekers zit! Een woning ingericht op twee bewoners die vier bewoners herbergt, werkt toch ook niet!

Wat komt daar terecht van een gezonde manier van wonen en verblijven, werken en recreëren? Kijkt u even naar de video’s op deze site onder het kopje ‘Galerij’!

Een extra probleem is dat het spoorwegmuseum niet enkel een museum is, maar veel lijkt op een attractiepark, een conferentiecentrum en horecagelegenheid met feestzalen met het bijbehorende omgevingslawaai.

Bij grotere evenementen schuimen massa bezoekers de buurt af naar parkeergelegenheid met de ingang tot de J. van Oldenbarneveltlaan als epicentrum van de chaos ondanks het goede werk van de stewards die voor een beetje orde zorgen. Niks ‘kleinschalig’, niks ‘fiets, sloep en wandelend’. Maar wel: ‘een gevoel van drukte in de stad’.

Spreken we nog van een museum of van een attractiepark met als achtergrond de treinen?
In onderstaande afbeelding is duidelijk te zien waar de bezoekers aantallen vandaan komen.


Voor zover wij weten is dit terrein hiervoor niet ingericht. Er is bv geen enkele vorm van geluidsisolatie. Bij warm weer gaan de deuren open en mogen omwonenden bv de hele dag een product presentatie aanhoren.

Het parkeerbeleid schiet tekort en veroorzaakt veel overlast. De stewards bij de ingang deelden tijdens winterstation 2022 zelfs geen folders meer uit aangezien deze plekken allemaal volstonden. Bij het Spoorwegmuseum is het elk evenement en is het dag in, dag uit één grote overlast. Moeten de straten rondom het Spoorwegmuseum alleen voor vergunninghouders bewoners worden?